Een foto vanuit de lucht van een Greenwheels-auto die op een brug rijdt in een buitengebied met veel groen

Deelmobiliteitsprojecten in gebiedsontwikkeling onder de loep

In opdracht van Natuurlijk!Deelmobiliteit hebben de bureaus APPM, Deesy, Stadkwadraat en Witteveen & Bos data en lessen verzameld uit 35 diverse projecten in gebiedsontwikkeling. Vervolgens spraken ze met 12 gemeenten over 15 projecten om inzicht te krijgen in hun keuzes betreffende rol, governance, mobiliteit en communicatie. Uit de praktijk blijkt een spanningsveld tussen afspraken, risico’s, verantwoordelijkheden en onzekerheden. In dit artikel een eerste samenvatting van de resultaten.

Veel huidige projecten zijn gebaseerd op verouderde beleidskaders en aannames. De veel toegepaste vervangingsratio van vier parkeerplaatsen voor één deelauto blijkt vaak te optimistisch, wat leidt tot ongebruikte deelauto’s. Bovendien roept het vraagstukken op over het opschalen van parkeerplaatsen en de verantwoordelijkheden van gemeenten en ontwikkelaars. 

Gemeentegrond in eigendom of gebieden met één eigenaar blijken grote voordelen te bieden voor de integratie van deelmobiliteit, zoals het plannen van parkeerhubs en sturen op parkeertarieven. Versnipperd grondbezit kan echter een rem vormen op deze vorm van regie. Gemeenten hebben hier vaak de verantwoordelijkheid op plotniveau georganiseerd, wat leidt tot beperkte samenwerking en voorspelbaarheid. 

In 36% van de onderzochte projecten worden mobiliteitsaanbieders via projectontwikkelaars gecontracteerd, terwijl slechts 9% via de gemeente en 12% via een samenwerking gaan. Het op plotniveau uitbesteden van inkoop door de ontwikkelaar zorgt voor versnippering omdat aanbieders niet dezelfde zekerheidsgaranties bieden. Ook verschilt de inspanning van ontwikkelaars om deelmobiliteit goed te promoten en communiceren. Hierdoor klagen bewoners over parkeerproblemen en wenden zich vaak tot de gemeente, wat een wens naar meer gezamenlijke afspraken oproept. 

Gemeenten zoeken naar meer controle en willen inspelen op betaalbaarheid en diversiteit aan doelgroepen. Er ontstaat een trend van lichte afspraken naar meer samenwerking, zoals:

  • Gemeentebrede en gebiedspecifieke mobiliteitsplannen: 54% van de projecten heeft deze plannen, wat flexibele parkeernormen per gebied mogelijk maakt.
  • Vastlegging van afspraken in anterieure overeenkomsten (AOK): Dit zorgt voor duidelijke afspraken met ontwikkelaars.
  • Gezamenlijke inkoop en kortere beschikbaarheidsperiodes: Gemeenten en ontwikkelaars maken steeds meer afspraken over plots heen.
  • Eigendom van parkeervoorzieningen: Een groeiend aantal gemeenten neemt deze in eigendom.
  • Zwaardere samenwerkingsvormen: Dit varieert van mobiliteitsfondsen tot publieke-private samenwerking (PPS).

Bij zwaardere samenwerkingsvormen worden zaken zoals publiek eigendom, financiële bijdragen van ontwikkelaars en scenario’s voor deelmobiliteit meegenomen. Dit biedt meer grip en flexibiliteit. 

Communicatie en monitoring zijn cruciale elementen 

Communicatie en monitoring blijken nog onderbelicht. Van de 12 projecten in de gebruiksfase is 36% van de gemeenten niet bekend met het daadwerkelijke gebruik en 28% niet met de ontwikkeling van het aanbod. Gebrekkige communicatie kan leiden tot klachten van bewoners, die alsnog parkeervergunningen afdwingen. Goede communicatie is essentieel voor het succes van deelmobiliteit en het draagvlak onder bewoners. 

Conclusie en aanbevelingen 

De maatschappelijke en ruimtelijke voordelen van deelmobiliteit zijn groot, maar vereisen een leercurve. Gemeenten leren snel en passen nieuwe inzichten toe, maar uitdagingen blijven bestaan. 

Belangrijkste aanbevelingen: 

  1. Beleidsruimte voor experimenten: Bouw flexibiliteit in om per project af te wijken van normen.  
  2. Realistische verwachtingen: Begin voorzichtig en schaal op na succes.  
  3. Gebruik ervaringen van aanbieders: Werk samen met ontwikkelaars voor afspraken op gebiedsniveau.  
  4. Gemeentelijke regie: Neem cruciale beslissingen in eigen hand om flexibel te kunnen bijsturen.  
  5. Centrale regie en monitoring: Zorg voor voldoende afspraken, budget en tijd voor communicatie. 

Het volledige rapport en een casusboek met de projecten wordt na de zomer gepresenteerd en gedeeld op deze site en www.deelmobiliteit.nu.

 

Verwante Artikelen

Natuur & Milieu deelt inzichten en adviezen over deelmobiliteit

Natuur & Milieu en het Ministerie van IenW reiken al sinds 2016 jaarlijks Deelawards uit. Deze awards belonen gemeenten én dit jaar ook buurtinitiatieven die wezenlijk bijdragen aan duurzame, toegankelijke en innovatieve oplossingen die de groei van deelmobiliteit versnellen. Dit jaar vielen Utrecht, Nijmegen, Rijswijk en het Buurtinitiatief Elektrische Auto Haren in de prijzen. We vroegen Natuur & Milieu naar de opzet van het onderzoek en de belangrijkste bevindingen en adviezen uit het onderzoeksrapport.

Standaardisatie data-uitwisseling deelmobiliteit

De inzet van deelmobiliteit levert veel data op over het gebruik ervan. Deze data helpen om beleid te maken op basis van het echte gebruik of de naleving van vergunningsvoorwaarden te toetsen. Tegelijkertijd liggen risico’s op het gebied van privacy en cybersecurity op de loer. Uitwisselen van deelmobiliteitsdata moet dan ook proportioneel en veilig zijn en voldoen aan de wet- en regelgeving (AVG). Hiertoe hebben de gemeente Amsterdam, Utrecht, Groningen, Eindhoven en Rotterdam in 2022 een werkwijze opgeleverd die voldoet aan deze eisen: City Data Specificatie-Mobiliteit (CDS-M). Deze werkwijze is openbaar beschikbaar en voor alle overheden toe te passen waar deelmobiliteit ingezet wordt. We werken op basis van deze werkwijze toe naar een Nederlands Profiel Datadelen voor deelauto’s en deeltweewielers.

Reacties

Ga naar de inhoud