In een uur namen we professionals van gemeenten, regio’s en provincies mee van ambitie naar uitvoering. We laten zien hoe je met Modelbepalingen duidelijke, werkbare vergunningen voor deelmobiliteit opstelt en hoe je met de Flexibele Parkeermachtiging (FPM) het parkeren van deelauto’s op vergunning flexibel organiseert. Met korte tafelgesprekken, voorbeelden uit de praktijk en ruimte voor vragen.

▶ Terugkijken:

Wat je meekrijgt in één keer kijken

We beginnen bij de vraag waarom je zou reguleren, niet meteen bij hoe. Daarna laten we zien welke keuzes er zijn om deelmobiliteit goed te faciliteren én te handhaven, zonder overbodige proceslast. Vervolgens zoomen we in op de Flexibele Parkeermachtiging: wat het in de dagelijkse operatie oplost en hoe je er klein mee start. De rode draad: kies een passend instrument, begin overzichtelijk, monitor en stuur bij.

Modelbepalingen, begrijpelijk uitgelegd

Chayenne van de Wouw (Rotterdam) aan tafel in de N!D Liveshow: van modelbepalingen naar praktijk. Heldere regels, uitvoerbaar in de organisatie.

Zie de Modelbepalingen als landelijke voorbeeldregels die je lokaal kunt overnemen en aanpassen. Ze helpen eenduidig te werken en voorkomen dat iedere gemeente het wiel opnieuw uitvindt. Belangrijk: je hoeft niet alles ineens te regelen. Kies het instrument dat past (bijvoorbeeld via de APV of de parkeerverordening), leg heldere definities en zones vast en werk met nadere regels die je kunt uitvoeren en handhaven.

Praktisch startpunt

Bepaal samen wat je doel is (ruimte, bereikbaarheid, betaalbaarheid).
Kies een ‘lichte’ start (bijvoorbeeld een open vergunning met duidelijke spelregels).
Begin in één gebied of voor één categorie en leer wat werkt.

Flexibele Parkeermachtiging: van kentekenlijst naar rechten op gebruik

Met de Flexibele Parkeermachtiging registreren aanbieders parkeerrechten realtime (via het Nationaal Parkeerregister). Je beheert dus geen losse kentekenlijsten meer. Dat is duidelijker voor aanbieders en beter te handhaven op straat. Voor teams die beginnen is de tip: start klein, maak afspraken concreet en koppel er meteen een aantal KPI’s aan (bijvoorbeeld bezetting, klachten/knelpunten, doorlooptijd bij handhaving).

Wat het oplevert in de praktijk

Minder foutgevoelige administratie (geen eindeloze kentekenwissels).
Eenduidige controle voor handhaving.
Doorlopend verbeteren op basis van data: je ziet sneller wat werkt en waar je moet bijsturen.

Drie lessen om morgen te starten

Maak het klein en duidelijk. Begin met één wijk of hub, leg definities en zones scherp vast, en spreek af hoe je evalueert.
Zet de interne route uit. Betrek tijdig juridisch, parkeren/handhaving en ICT; zo voorkom je vertraging.
Monitor vanaf dag één. Kies KPI’s, documenteer bevindingen en deel de lessen intern én met collega-gemeenten.

Aan de slag

1) Begin bij je doel en context. Formuleer wat deelmobiliteit in jouw gemeente moet bijdragen (ruimte, bereikbaarheid, betaalbaarheid) en waar eventuele overlast kan ontstaan. Dit helpt om instrumenten en randvoorwaarden gericht te kiezen.

2) Kies het passende instrument. Start met een light route als je vaart wilt maken: werken via de APV met nadere regels (open vergunning), of (voor deelauto’s) via de parkeerverordening (met NPR/FPM voor uitvoering). Planologische borging kan later via het omgevingsplan.

3) Maak het klein en leergericht. Begin met één zone/categorie (bijv. hubs, binnenstad of wijk). Leg definities, zones en spelregels scherp vast; houd het aantal KPI’s beperkt (bijv. bezetting, klachtenafhandeling, hersteltijden). Monitor vanaf dag één en stuur bij.

4) Richt de FPM in op gebruik (niet op kenteken). Laat parkeerrechten realtime registreren via het NPR, maak afspraken over service- en hersteltijden en test met handhaving hoe de controle in de praktijk gaat.

5) Check de ‘samenloop’. Werk je voor deelauto’s via de parkeerverordening? Leg dan vast hoe dat zich verhoudt tot APV-regels, zodat aanbieders niet onnodig in twee regimes tegelijk vallen.

6) Ontlast bewonersinitiatieven. Coöperatieve/particuliere deelvormen in een besloten kring belast je niet onnodig; regel wél (indien nodig) een passende parkeervergunning of vaste plek.

7) Leg datadelen goed vast. Wil je data voor monitoring/evaluatie (of voor toezicht) verwerken, zorg dan voor een duidelijke grondslag en doelbinding in je regeling en sluit aan op het Nederlands Profiel Datadelen.

8) Borg de interne route. Betrek juridisch, parkeren/handhaving en ICT vroegtijdig; spreek een doorlooptijd en beslismomenten af. Leg een korte beslisnota klaar voor bestuur.

9) Communiceer ‘wat, waar, hoe’. Publiceer zones, spelregels en contactkanaal voor meldingen. Houd gebruikersinformatie op B1 niveau en concreet (parkeren, snelheid, terugzetregels).

10) Evalueer en schaal. Evalueer na de eerste periode: wat werkt, wat niet? Schaaf regels bij, breid gebied/categorie gefaseerd uit en deel de lessen met collega-gemeenten.