Logo
Foto van twee personen die aan het werk zijn op een laptop en wijzen naar het beeldscherm, wat erop duidt dat zij wat aan het bespreken zijn

Monitoring & Evaluatie

Opgave

Het project Monitoring & Evaluatie richt zich op het systematisch volgen en beoordelen van de voortgang en effectiviteit van deelmobiliteit en de doelen van het programma. Hiermee willen we inzicht krijgen in hoe deelmobiliteit concreet bijdraagt aan maatschappelijke thema’s als leefbaarheid, bereikbaarheid, ruimtegebruik en klimaat.

Doelen

Het doel van dit project is om zowel de directe output van projecten en activiteiten als de bredere maatschappelijke impact van het programma Natuurlijk!Deelmobiliteit nauwgezet te meten en evalueren. In het programmaplan zijn maatschappelijke doelen en Programmadoelen concreet geformuleerd (KPI’s). In de jaarlijkse Monitoringsrapportage wordt voortgang en resultaten hierop gemeten. Deze KPI’s worden ondersteund door diverse databronnen en aanvullend onderzoek.

(Beoogde) Resultaten

  • Jaarlijkse monitoring en evaluatie, gedurende de gehele looptijd van het programma.
  • Een actuele onderzoeksagenda, die aansluit op de behoeften van het programma.
  • Standaardisatie in dataverzameling: continue ontwikkeling en implementatie van gestandaardiseerde methoden voor dataverzameling.
  • Publicaties van de voortgang en resultaten, in verschillende verschijningsvormen.

Planning

Het project heeft een looptijd van vijf jaar en is in Q3 2023 opgestart.

Betrokken partners

Rijk: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Opgeleverde producten

Binnen dit project zijn de volgende producten opgeleverd:
Nulmeting 2022 Monitoring & Evaluatie.

Deze nulmeting is het startpunt van de Monitoring & Evaluatie, waartegen de effecten van Natuurlijk!Deelmobiliteit worden afgemeten ten opzichte van de verwachte situatie zónder het programma.

Fotocredits
Foto door John Schnobrich op Unsplash.

Verwante Artikelen

Landelijk Gebruikersonderzoek

In diverse gemeenten en organisaties wordt momenteel kwalitatief onderzoek uitgevoerd met gestructureerde gesloten vragenlijsten, zowel onder aanbieders als gebruikers van deelmobiliteit. Deze benadering leidt tot overvraging van zowel aanbieders als gebruikers. Natuurlijk!Deelmobiliteit heeft in 2023 advies ingewonnen over het standaardiseren van gebruikersonderzoek. Dit heeft geresulteerd in een advies inclusief een vragenlijst, opgesteld door I&O Research.

Standaardisatie data-uitwisseling deelmobiliteit

De inzet van deelmobiliteit levert veel data op over het gebruik ervan. Deze data helpen om beleid te maken op basis van het echte gebruik of de naleving van vergunningsvoorwaarden te toetsen. Tegelijkertijd liggen risico’s op het gebied van privacy en cybersecurity op de loer. Uitwisselen van deelmobiliteitsdata moet dan ook proportioneel en veilig zijn en voldoen aan de wet- en regelgeving (AVG). Hiertoe hebben de gemeente Amsterdam, Utrecht, Groningen, Eindhoven en Rotterdam in 2022 een werkwijze opgeleverd die voldoet aan deze eisen: City Data Specificatie-Mobiliteit (CDS-M). Deze werkwijze is openbaar beschikbaar en voor alle overheden toe te passen waar deelmobiliteit ingezet wordt. We werken op basis van deze werkwijze toe naar een Nederlands Profiel Datadelen voor deelauto’s en deeltweewielers.

Overheden versnellen gezamenlijk deelmobiliteit

Gemeenten, regio’s en het Rijk slaan de handen ineen om het aanbod en gebruik van deelauto’s en -tweewielers flink te laten groeien. Dat staat in het Programmaplan van het samenwerkingsprogramma Natuurlijk!Deelmobiliteit dat vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd als onderdeel van de Voortgangsbrief en ontwikkelingen deelmobiliteit. “Onze gezamenlijke ambitie is dat we in vijf jaar de basis leggen om in stad en land van deelmobiliteit een volwaardig en volgroeid onderdeel van het mobiliteitssysteem te maken”, zegt Programmadirecteur Maarten van Biezen.

Inventariseren buurt- en bewonersinitiatieven deelvervoer

Op allerlei plekken in Nederland komen bewonersinitiatieven om mobiliteit te delen in verschillende gedaantes van de grond. P2P autodelen via een platform, buren of vrienden die onderling afspraken maken om een auto te delen en of buurten en coöperaties die met elkaar besluiten auto’s te gaan delen. Deze bottom-up initiatieven vormen een belangrijk onderdeel van de mobiliteitstransitie, maar worden nog niet altijd optimaal ondersteund door overheden. Er is behoefte aan een beter begrip van deze initiatieven en hoe ze kunnen gedijen in verschillende gemeenten en regio’s. Ook ontbreekt het aan inzicht in de potentie en impact van deze initiatieven. Het is van belang om zowel de verschillende soorten bewonersinitiatieven te begrijpen als de rol van overheden in het faciliteren ervan.

Modelbepalingen voor Deelmobiliteit

Met de opkomst van deelmobiliteit staan overheden voor de uitdaging om snel en effectief wet- en regelgeving te ontwikkelen faciliteert en reguleert. Veel gemeenten hebben op dit moment geen specifieke regelgeving voor deelmobiliteit, wat leidt tot een lappendeken aan regels en processen tussen verschillende gemeenten. Dit gebrek aan uniformiteit kan de opschaling van deelvervoer belemmeren en de gebruikerservaring negatief beïnvloeden.

Ga naar de inhoud