Natuur & Milieu deelt inzichten en adviezen over deelmobiliteit

Natuur & Milieu en het Ministerie van IenW reiken al sinds 2016 jaarlijks Deelawards uit. Deze awards belonen gemeenten én dit jaar ook buurtinitiatieven die wezenlijk bijdragen aan duurzame, toegankelijke en innovatieve oplossingen die de groei van deelmobiliteit versnellen. Dit jaar werden de prijzen op het Nationaal Deelmobiliteitscongres uitgereikt aan Utrecht, Nijmegen, Rijswijk en het Buurtinitiatief Elektrische Auto in Haren. Een vakjury koos deze winnaars op basis van enquêtes, cijfers over aantallen verschillende deelopties én de mate waarin gemeenten verschillende deelopties stimuleren. 

Fenna Plaisier (N&M) licht de Deelawards toe op het Nationaal Deelmobiliteitscongres 

We vroegen Fenna Plaisier, Projectleider Mobiliteit bij Natuur & Milieu, naar de opzet van het onderzoek en de belangrijkste bevindingen en adviezen uit het onderzoeksrapport.  

Wat is de aanleiding voor Natuur & Milieu om deze Deelawards jaarlijks uit te reiken? 

Fenna: “Natuur & Milieu zet zich al vele jaren in voor duurzame mobiliteit, en deelvervoer speelt daarin een steeds grotere rol. Voor de Deelawards onderzoek we hoe gemeenten deelmobiliteit inzetten en hoe ze het toegankelijk maken voor hun inwoners en bezoekers. We willen hiermee niet alleen laten zien waar het goed gaat, maar ook waar kansen liggen om deelmobiliteit verder te versnellen. Met de Deelawards kunnen we gemeenten extra bewust maken van dit onderwerp en hopelijk inspireren tot actie.” 

Hoe zijn jullie precies te werk gegaan? 

Fenna: “Voor het onderzoek hebben we gebruikgemaakt van verschillende informatiebronnen om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen. Allereerst hebben we CROW-data over deelmobiliteit in Nederlandse gemeenten geanalyseerd. Daarnaast hebben we een enquête verstuurd naar gemeenten om inzicht te krijgen in hun beleid en inspanningen rondom deelmobiliteit; hier hebben elf gemeenten aan deelgenomen. Een tweede enquête richtte zich op buurten die zelf deelinitiatieven hebben opgezet, waarop vijf buurten hebben gereageerd. Ook hebben we de bevindingen uit het CROW-rapport De staat van deelmobiliteit’ meegenomen in onze analyse. 

We hebben specifiek gekeken naar het type deelvervoer dat per gemeente beschikbaar is, zoals deelauto’s, deelfietsen, deelbakfietsen en deelscooters. Een belangrijk aandachtspunt was de dekkingsgraad van het deelvervoer: hoe toegankelijk is deelmobiliteit daadwerkelijk voor alle inwoners? Daarnaast hebben we gemeenten gevraagd naar de communicatie over deelmobiliteit richting inwoners en naar de maatregelen die zij nemen om deelmobiliteit aantrekkelijk te maken, vooral voor inwoners met een lager inkomen. Ten slotte hebben we onderzocht hoe gemeenten buurtinitiatieven ondersteunen. Voor buurtinitiatieven vroegen we onder andere naar het aantal beschikbare deelauto’s en of bewoners privéauto’s hebben weggedaan.” 

 Wat zijn dit jaar de belangrijkste bevindingen uit jullie onderzoek? 

Fenna: “Op basis van de resultaten hebben we drie aanbevelingen opgesteld waarmee gemeenten deelmobiliteit effectiever kunnen stimuleren:” 

  1. Zet in op de bakfiets en een divers deelvervoer aanbod
    Veel gemeenten bieden nog maar een beperkt scala aan deelvervoermiddelen aan. Slechts 11% van de Nederlandse gemeenten heeft drie of meer typen deelvervoer beschikbaar. De deelbakfiets is bijvoorbeeld slechts in tien gemeenten beschikbaar, voornamelijk in de grotere steden. Dit is zonde, want de bakfiets kan een aantrekkelijke optie zijn voor korte ritten die normaal met een auto zouden worden gedaan, zoals wanneer mensen spullen of kinderen willen vervoeren die niet op een gewone fiets passen. Door een divers aanbod te realiseren, kunnen gemeenten beter aansluiten bij de verschillende vervoersbehoeften van inwoners en bezoekers. Een deelfiets of deelscooter kan bijvoorbeeld handig zijn voor bezoekers die een laatste stukje moeten overbruggen, terwijl een deelauto juist uitkomst biedt voor bewoners die zelf geen auto bezitten.
  2. Meer focus op doelgroepen
    Inclusiviteit speelt op dit moment nog een beperkte rol in het beleid van veel gemeenten. Slechts een paar gemeenten zetten zich actief in om deelmobiliteit toegankelijker te maken voor specifieke groepen, zoals mensen met een lager inkomen. Wij raden gemeenten aan om gerichter beleid te voeren dat rekening houdt met de financiële situatie van verschillende doelgroepen, bijvoorbeeld door speciale kortingsacties aan te bieden voor inwoners met een lager inkomen.
  3. Het succes van buurtinitiatieven vraagt om meer steun vanuit gemeenten
    Buurtinitiatieven blijken een krachtig middel te zijn voor zowel duurzaamheid als sociale cohesie. We zien dat deze initiatieven effectief zijn in het verminderen van het aantal privéauto’s: in sommige buurten zijn meer dan tien privéauto’s weg gedaan na de aanschaf van vier deelauto’s. Daarnaast leren buurtbewoners elkaar beter kennen en ontstaan er netwerken waarin mensen elkaar ook met andere zaken kunnen helpen. Toch zijn buurtinitiatieven vaak afhankelijk van individuen en vrijwilligers en krijgen zij minder steun van gemeenten dan commerciële aanbieders van deelmobiliteit. Gemeenten kunnen hier een actievere rol in spelen, bijvoorbeeld door parkeerplekken beschikbaar te stellen voor deelauto’s in buurten.”

Ben je benieuwd naar alle achtergronden? Je leest hier het volledige onderzoeksrapport ‘Analyse van deelmobiliteit in Nederlandse gemeenten’.

Verwante Artikelen

Reacties

Ga naar de inhoud